Profetische sporen uit het leven van David
David is een profetisch beeld van de Heere Jezus (1 Samuël 17)
David vinden we in het begin en het einde van het Nieuwe Testament: Matt. 1:1; Openb. 22:16. Toen David een jonge herder was regeerde Saul als koning: 1 Sam. 8:5. Het volk wilde een koning zoals de andere volkeren. Saul werd gezalfd met een oliekruik (1 Sam.10:1). David met een hoorn (1 Sam. 16:13).
Beide koningen ontvingen dezelfde opdracht: 1 Sam. 9:16. Het koningschap van Saul hield geen stand. Het koningschap van David is eeuwig: 2 Sam. 7:13.
David en Jezus
- David en Jezus werden beiden gezalfd tussen hun Joodse broeders: Matt. 3:17.
- David en Jezus kregen beiden een confrontatie: Goliath en satan: Matt. 4:1-13.
- We vinden twee bergen met een dal en Goliath was er al veertig dagen. David kwam in gehoorzaamheid van zijn eigen vader en ontmoette in het dal Goliath. “Geef mij een man was de constante roep van Goliath”.
- De wereld is satan’s domein: Kol.1:13; 2:15. Jezus is gezonden door Zijn Vader naar deze aarde. Hij werd veertig dagen verzocht maar overwon steeds weer!
- De strijd van David eindigde in het dal. De strijd van Jezus eindigde op het kruis.
- Goliath beschimpte David die Goliath met zijn eigen wapen heeft verslagen!
- Het wapen van satan is de dood. Jezus heeft door te sterven satan overwonnen.
- De Heere God had David klaar gemaakt voor de gelegenheid. Zijn privé-overwinningen met de leeuw en de beer maken deze overwinning nu mogelijk (1 Sam.17:37).
- God de Vader heeft Zijn enige Zoon Jezus uit Bethlehem gezonden als het brood des levens. David was een herder en laat de schapen in goede zorg (1 Sam.17:17).
- De oudste broer van David werd toornig. Zo ook met Jezus. Hij werd afgewezen door de oudsten van het volk. Paulus ging daarna naar de heidenen (1 Sam.17:28,31).
- David’s enigste wens is om de Heere, de God van Israël te verheerlijken (1 Sam.17:45).
Enkele vruchten van de overwinning van David en ook die van de Heere Jezus
- (A). David heeft het volk van zijn angst bevrijd (1 Sam.17:11).
- David ging alleen naar Goliath. Zijn overwinning werd het volk ook toegerekend. Hun angst was weg genomen door de overwinning van David. De angst voor de dood is nu voorbij.
- (B). David heeft de schande afgewend (1 Sam.17:26).
- Jezus heeft dat ook gedaan door ons het evangelie te geven (Rom. 8:11) In de toekomst ook voor Israël (Rom.11:26).
- (C).David kwam met een stok en een staf.
- En zo kwam Jezus ook met een Kruis. Zij hebben hen beiden beschimpt, maar zij hebben beiden glorieus overwonnen. De overwinning van eeuwen geleden worden allen die geloven nu toe gerekend.
- (D) David zegt:HEDEN (1 Sam.17:45,46).
- Zo ook Jezus: Heden is, alles wat we hebben. Velen kennen de geschiedenis van David. De boodschap van Jezus is bekend.
- (E). David liet met een gladde steen Goliath voorover vallen (1 Sam.17:40,49,51). Ik vind het aardig dat het gladde stenen zijn. David wilde Goliath niet zeer doen, alleen maar doden. Goliath viel niet achterover maar voorover. Alle knie zal voorover buigen voor de Heere Jezus (Fil. 2:9-11)
- David had vijf stenen en hij heeft vijf reuzen ontmoet.
- De nadruk bij de 1ste was zijn grote mond. De 2de had een nieuwe wapenrusting (2 Sam.17:16-20). De 3de heette Saf. De 4de had een speer als een weversboom. De 5de had zes vingers en zes tenen. Wij hebben allen met verschillende reuzen te maken.
- David had vijf stenen en hij heeft vijf reuzen ontmoet.
- (F).David heeft het hoofd van Goliath naar Jeruzalem gebracht (1 Sam.17: 54).
- Dit als voorafschaduwing van het moment dat de Heere Jezus in Jeruzalem openlijk zal zegevieren (Kol. 2:15).
- (G).David heeft de wapens van Goliath in zijn eigen tent gelegd.
- Jezus heeft alle wapens en de sleutel van satan. Hij heeft hem in alles ontwapend (Kol. 1:13,14).
Koning David is een schaduwbeeld van de Heere Jezus, de Zoon van David
Buiten alle zonden van David om, zijn er veel voorbeelden waarin David een schaduwbeeld is van de Heere Jezus als Herder en Koning, levend uit de Genade.
Wat mij verwondert is, dat Saul, die David eerst liefheeft (1 Sam. 16:21-23), hem na zijn overwinning niet erkend. David had vele malen Saul bezocht en hem verlicht met zijn muziek.
Zo ook met Jezus die met een ezeltje Jeruzalem binnenreed. Hij bracht het levende brood en de wijn van vreugde. Hij bevrijdde velen en deed alleen maar goed. De oudsten van het volk erkenden Hem niet als de lang verwachte Messias. Dat zal in de toekomst veranderen (Zach.12:10).
Koning David is een schaduwbeeld van de Heere Jezus, de Zoon van David. David werd ook geboren in Bethlehem en werd ook niet begrepen door zijn eigen broers. Hij was een gehoorzame zoon en ook een overwinnende held.
De naam David betekent: Beminde; Jezus is de beminde Zoon (Matt. 3:17)
David werd tot koning gezalfd lang voordat hij die troon besteeg en ging regeren. De Heere Jezus is de Koning der Koningen hoewel Hij nu nog niet op deze aarde regeert. Onze Heiland ondergaat ook verwerping en afwijzing voordat Hij zal regeren.
De namen en de betekenis van de broers van David (1 Kron 2:13-16)
In de namen van de broers van David zien we ook de geschiedenis van Israël.
(1). Eliab betekent: Mijn God is Vader (In Egypte is God hun Vader geworden).
(2). Abinadab betekent: Vrij geborene. (God heeft zijn volk uit Egypte bevrijd).
(3). Simea betekent: Gebedsverhoring. Toen het volk bevrijd was uit Egypte heeft de Heere het bevrijde volk steeds verhoord (Manna, water, kleding, enz).
(4). Nethaneël betekent: God heeft het ons gegeven. Na veertig jaar van rond wandelingen heeft de Heere God het Joodse volk het beloofde Land gegeven.
(5). Raddaï betekent: God heeft overwonnen of vertrapt. Nadat de Heere het volk het Land gegeven heeft, kwam Jezus die de duivel zijn kop heeft vertrapt.
(6). Ozem betekent: Toornig. Het gericht van God begon in 70 N.C. toen Titus Jeruzalem en de tempel verwoestte. De benauwdheid van Jacob is toekomst.
(7). David betekent: De Geliefde Zoon. De Heere Jezus komt terug die Zijn volk liefheeft en Hij zal het Joodse volk hun Vrederijk geven. Israël als Natie bestaat weer. Ze spreken weer Hebreeuws. Ze hebben Jeruzalem en de Olijfberg weer. Zoals deze Jezus naar de Hemel is gegaan, zo zal Hij terugkomen (Hand. 1:11)!