Het geven van tienden, moet dat nu echt?
Toen ik laatst in Ghana was zeiden sommige mensen tegen mij. Ik ga niet meer naar de Gemeente want ik heb er geen geld voor. Ik begrijp het wel, want als je grote gebouwen hebt te onderhouden is het financieel gezien verleidelijk om de mensen te verplichten om tienden van hun inkomen te geven, maar het is niet Bijbels. Zacheus gaf vrijwillig de helft van zijn geld en Barnabbas verkocht zijn akker en gaf alles. Geven is vrijwillig en ook blijmoedig , maar door het geven als een opgelegde verplichting raak je los van de Here Jezus (Gal. 5:4).
(a). Wat valt er te zeggen over het geven van tienden voor de wet van Mozes.
De eerste keer dat iemand zijn tienden geeft is Abraham. Hij gaf tienden aan Melchizedek de Koning van Salem. Abraham gaf eenmalig en hij gaf vrijwillig.
De Koning had het als Koning helemaal niet nodig en de tienden die Abraham gaf was een deel van de buit die hij behaald had zegt de Hebreeën brief (7:4).
De andere 90% ging terug naar hun originele eigenaars. Jacob gaf ook een keer zijn tienden. Hij gaf dit geschenk vrijwillig als teken van overgave aan de Heer.
(b). Wat valt er te zeggen over het geven van tienden tijdens de wet van Mozes
Het geven van tienden werd een wet om de Levieten te onderhouden die in de tabernakel en de tempel dienst deden. Zij hadden geen Land (Num. 18:21-32; 2.Kron. 31:4,5). Men moest hen het beste van hun oogst en hun dieren geven. Dit staat 13 keer in Gods Woord en nergens wordt het woord geld genoemd.
(c). In het Nieuwe testament wordt er acht keer over het geven van tienden geschreven. Alle teksten verwijzen naar het Oude Testament (Matt. 23:23; Luk.11:42; 18:12). Ze zijn geschreven voor de dood en de opstanding van de Here Jezus. De Hebreeën brief spreekt van een ander priesterschap, waarin Levi geen rol speelt (7:5,6,8,9). De Here Jezus kwam van Juda. Als je tienden geven als wet oplegt dan moet je dat ook met de besnijdenis doen (Jac. 2:10).
(d). Geen enkele Apostel gaf de Gemeenten instructies om tienden te geven.
Geen enkele Nieuw Testamentische brief bevat instructies over het geven van tienden en ze geven ook helemaal geen berisping voor het nalaten ervan.
Als gelovigen in de Here Jezus leven we uit Genade en zijn we niets verplicht.
Het geven moet vrijwillig zijn en met een blijmoedig hart. Niet omdat het moet! We hebben een gul gevende God en Hij heeft ons het Beste, wat Hij heeft in Zijn enige Zoon aan ons gegeven (Joh.3:16).
Als jij je overgeeft aan die gevende en vergevende Heer dan kom je ook in de stroom van Zijn gevende zegeningen. Dan ontvang je Zijn eigen Leven en al Zijn Geestelijke zegeningen in je hart. Je hart is overvol van dankbaarheid en net als Zacheus gaan je handen open. Het is mij na 38 jaar in geloof te hebben gewandeld met de Here Jezus heel duidelijk dat de Here God goed voor Zijn kinderen zorgt. Ik moest dit even schrijven. Gelukkig is ook die mens, die zichzelf niet veroordeelt (Rom. 14:22).