Het liefdevolle hart van de Heere Jezus!
Lees alstublieft eerst: Markus 4:35-5:15; 7:37b
De nadruk in het evangelie van Markus is dat de Heere Jezus de opofferende, dienende Knecht is. Dat had Markus persoonlijk ook door schade en schande geleerd. Als jong gelovige was hij eens ontrouw geweest en had zijn broeders in de steek gelaten (Hand. 13:13). Dat had een effect op de relatie tussen Paulus en Barnabas. Gelukkig heeft Markus ervan geleerd, is het goed gekomen tussen hem en Paulus en wordt hij voor Paulus zelfs van veel nut (2 Tim. 4:11).
Na een intensieve dag besluit Jezus om naar de overkant te gaan (Markus 4:35)
De discipelen reageren positief op Zijn woord en maken alles klaar en gaan in de boot. Wat de discipelen nog niet weten, maar Jezus wel, is dat daar iemand in geestelijke nood is (2 Kron.16:9). Zijn ogen gaan over de ganse aarde. Ik heb dit ook ervaren op 21-jarige leeftijd in de woestijn van Israël. Ik verlangde sterk naar antwoorden en die ontving ik door de Bijbel voor het eerst te gaan lezen.
Dat was het moment dat ik de Heere Jezus aanvaard heb en Hij heeft het roer van mijn leven overgenomen. Als wij dit gedeelte in Markus 4:35-5:15 lezen, dan valt het mij op wat erboven staat: ‘De storm op het meer’ Dat gedeelte is niet geïnspireerd.
De storm wordt niet genoemd. Jezus zegt wel: Wij gaan naar de overkant
- (1). Jezus zei: We gaan naar de overkant! (2 Kor.5:1) [Jezus zei niet : We gaan verdrinken] . Wij mogen als gelovigen nu al weten dat er een eeuwig Huis wacht (Rom.8:28). Wij mogen als gelovigen ook al weten dat alles ten goede uitwerkt.
- (2). Die discipelen zijn niet ongehoorzaam zoals Jona, maar gehoorzaam! Dat is pas leven! De Heere Jezus in je levensbootje, met de wind in de zeilen!
- (3). Op de weg van de gehoorzaamheid komen ze samen in de storm terecht. Als ze ongehoorzaam geweest waren, dan waren ze niet in de storm geweest. Het is beter met Jezus in de storm, dan alleen op het strand!
- (4). Jezus ligt rustig te slapen tijdens die storm, met zijn hoofd op een kussen. Jezus is ook de Schepper (Kol.1:16). HIj gelooft Zijn Eigen woord(!): “De overkant”.
- (5). De discipelen maken zich ongerust, vanwege de terugkerende golven. Zij vergaten Zijn belofte “De overkant”. Zijn vrede ervoeren ze niet, omdat hun aandacht uitging naar de golven. Daardoor krijg je een verkeerd Gods Beeld! Je hoort het in hun gebed: Trekt Gij u er niets van aan, dat wij vergaan? Die gedachten kunnen zomaar opkomen, als we niet bezig zijn met Zijn beloften.
- (6). De discipelen roepen (bidden) in hun angst tot Jezus. Alles wat ons tot bidden brengt, is een zegen. Het raakte mij, toen ik las dat Hij wakker werd: De storm maakte Jezus niet wakker, maar het gebed van Zijn discipelen wel!
- (7). Jezus ziet geen moeilijkheden, maar wel mogelijkheden. Met één woord bedaart Jezus de storm. Het water erkent zijn Schepper! Het is makkelijker voor Jezus om een stormachtige zee te stoppen, dan een stormachtig hart!
- (8). De discipelen leren door de stormen heen, weer iets nieuws van Jezus. De stormen in ons leven maken ons bitter of beter. Zij zeggen verwonderd: Wie is toch Deze, dat de wind en de zee Hem gehoorzamen? Jaren later bevindt Petrus zich in een vreselijke storm, nadat hij tot geloof gekomen is en dezelfde Heilige Geest heeft die Jezus had. Jakobus is gedood en de volgende morgen is het zijn beurt. Die nacht in de gevangenis, ligt hij rustig te slapen (Hand.12:6).
- (9). Jezus roept ons op om het Goede Nieuws, als het zaad te verspreiden. Want de reden voor die lange reis door de storm was, omdat Hij de Goede Herder is. Geen zee is te breed en geen storm is te ruw. Hij moet naar de overkant! Daar waren mensen die nog door satan gebonden waren. Deze wereld is het domein van satan (Kol.1:13). Jezus is naar ons allen toegekomen om ons te bevrijden.
- (10). Er zijn drie invloeden in dit wereldsysteem waarin wij leven:
- (a). De invloed van de satan: Hij is een dief, een leugenaar en een moordenaar. De man bij de graven verloor zijn huis, zijn zelfcontrole, zijn familie en vrienden. Hij leefde als een wilde man die zichzelf sneed en ook de buurt angst aanjoeg.
- (b). De invloed van de maatschappij. Ze deden hun best en ze isoleerden die man. Ze bonden hem, maar zij konden zijn innerlijke probleem niet oplossen.
- (c). De invloed van Jezus. Hij komt liefdevol naar hem en brengt verlossing en bevrijding voor de man. Er staat: Hij was gekleed en goed bij zijn verstand! “ Er is niemand te wild voor de Heere Jezus! ”
- (11). Er werden drie vragen gesteld:
- De eerste vraag komt van de demonen. Zij vragen of zij in de varkens mogen. Jezus zegt: “JA” Wij zien duidelijk welke keuze die varkens maken.
- De tweede vraag komt van de bevolking. Zij vragen of Jezus weg wil gaan. Hij is een Heer en zegt: “JA”. Zij missen een grote kans! Aan de ander kant staat een andere menigte met vreugde op Hem te wachten. Grote wonderen gebeuren daar. De vloeiende vrouw en de dochter van Jaïrus.
- De derde vraag komt van de bevrijde man. Hij krijgt ook een antwoord: “Nee”!
Het antwoord “nee” is ook een antwoord en dat komt van een Heiland vol liefde! Heb jij Jezus wel eens gedankt voor de gebeden die Hij niet verhoort? Die man wordt de eerste zendeling aan de overkant van het meer. Hij getuigt thuis en in tien steden. Allen staan zij versteld (Mark.5:18-20)!
De kracht van God is in het Evangelie
De mening over Jezus verandert, op dat gebied, aan de overzijde van het meer. Hun conclusie is zo treffend. Hij heeft alles wèl gedaan (Mark.7:37b). Als jij die overtuiging hebt dat Hij (niet jij of ik) alles goed doet, dan ben jij een gezegend mens en dan zal je genieten van een leven in overvloed. Dat gun ik iedereen zo. Net zoals Jozef, die daar ook van getuigt tegenover al zijn broers die hem jaren geleden verkocht hadden (Gen.50:20). Jullie hebben kwaad tegen mij gedacht maar God heeft alles ten goede gedacht om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.
De Heere Jezus is Dezelfde en Hij verlangt er zo naar dat wij nu met deze overtuiging leven.
In Zijn hechte greep verbonden, Johan.